De Gemeente Amsterdam, de woningbouwcorporaties en de huurdersorganisaties hebben nieuwe samenwerkingsafspraken vastgesteld (ook wel prestatieafspraken genoemd). Hierin staan belangrijke afspraken over “betaalbare, goede en duurzame woningen voor Amsterdammers” Heel erg concreet wordt het niet. En dat is jammer, want er liggen volop kansen voor de corporatiesector.
Weinig prioriteit
Ten tijde van het vorige stadsbestuur lag er weinig nadruk op duurzaamheid. Er werden wel afspraken gemaakt over isolatie, (energie)label-stappen en zonnepanelen maar echt harde afspraken waren het niet. Zo was er de doelstelling voor het aantal te behalen label-stappen. Deze leek direct te zijn gekopieerd van de landelijke doelstelling. (gemiddeld label B in 2020) Toen die doelstelling niet behaald werd, leidde dat in Amsterdam tot weinig ophef.
En dan was er de ambitie om gezamenlijk 80MW aan zonnepanelen op sociale huurdaken te realiseren, die draaide uit op een klein fiasco; nog geen tiende van het originele target bleek gehaald. Ondanks de aandacht in de gemeenteraad en in de media leidde het niet tot ingrijpende hervormingen of aangescherpte afspraken.
Een stap voorwaarts?
De afspraken die het nieuwe bestuur zou gaan maken met de corporaties, die hebben we drie jaar met spanning afgewacht. Maar, wie het hoofdstuk Duurzaamheid van de nieuwe prestatieafspraken leest moet zich toch voorbereiden op een teleurstelling. Sommige targets zijn flink teruggeschroefd of zijn juist vrijblijvender dan voorheen. Er valt weinig te halen voor de vele huurders in (matig tot zeer)-slecht geisoleerde woningen van onze stad.
Ook wordt ook geen aandacht besteed aan klimaat-adaptatie en circulariteit.
Een overzicht per onderdeel:
1. Zonnepanelen
De doelstelling is inmiddels flink gekrompen ten opzichte van de oude afspraken; van 80MW naar 15 MW. Wethouder Choho beloofde in 2018 – naar aanleiding van dit AT5 item over zonnepanelen -een nieuw loket op te richten; Bureau Zon. Maar, wat gaan de ambtenaren achter dit loket precies anders doen dan voorgaande jaren? Dat is nog steeds niet helemaal duidelijk.
Als je doelstellingen flink terugschroeft hoop je dat er mechanismes in werking worden gesteld om te garanderen dat ze nu echt worden gehaald. Het verplicht aanbrengen van zonnepanelen bij renovatie en onderhoud bijvoorbeeld, maar dat is nergens terug te vinden.
2. Isolatie
In de prestatieafspraken staat dat Corporaties 8% CO2 in de periode 2020-2023 ten opzichte van de CO2 uitstoot in 2019 zullen reduceren. Dat klinkt in eerste instantie goed maar
in de afspraken staat niets dat wijst op een daadkrachtige isolatie-eis – bovenop het reguliere (al reeds geplande) onderhoud. De meeste isolatiemaatregelen worden bij renovatie en onderhoud sowieso al gedaan. Denk bijvoorbeeld aan rotte kozijnen die worden vervangen door nieuwe kozijnen maar dan met dubbel glas.
Noodzakelijke verbeteringen in wooncomfort gaan zo de boeken in als een CO2besparing waar het college mooi mee kan pronken. Voor de kritische lezer komt het toch wat gemakzuchtig over. Waar is de harde ondergrens? En wat is de extra inspanning in vergelijking met het verleden?
3. Aardgasvrij en de City-Deal.
In de samenwerkingsafspraken wordt meerdere malen verwezen naar de ambitie om in 2040 aardgasvrij te zijn. In het bijzonder wordt verwezen naar de City Deal Aardgasvrij. Alleen is het belangrijk te benadrukken dat aardgas-vrij en duurzaam niet perse hetzelfde betekend. Een slecht geisoleerde woning op stadswarmte is nog steeds een niet-duurzame woning.
Huurders die hun cv ketel inleveren voor een aansluiting op het warmtenet zijn meestal ook duurder uit. Dit komt omdat stadswarmte per joule duurder is dan aardgas. Het is moeilijk te verdedigen dat de Gemeente geen minimaal isolatieniveau heeft afgesproken met de corporaties voordat woningen op een warmtenet mogen worden aangesloten.
Daar komt nog eens bij dat de Citydeal zich uitsluitend richt op wijken die toevallig in de buurt liggen van warmtenetten. Er zijn genoeg corporatiewoningen met een acute isolatievraag die voorlopig niet van het aardgas afgaan.
3. Regenbestendigheid
Het is te verwachting dat het in de toekomst harder en vaker zal regenen. Gelukkig experimenteert Amsterdam al langere tijd met het afvangen van overtollig regenwater. Helaas zijn er met woningcorporaties niet echt afspraken gemaakt hoe we dit op een hoger niveau kunnen tillen. Dat is een gemiste kans want de stad bestaat voor een groot deel uit woningen. Water-afvang in tuinen/ binnenplaatsen, groene daken, regentonnen etc. Het komt allemaal niet voor in de prestatie afspraken.
4. Circulariteit
Wat betreft duurzaam bouwen (bij nieuwbouw en renovatie) durfde het college ook geen aanvullende eisen te stellen. Natuurlijke materialen zoals bijvoorbeeld leem-isolatie verhogen het binnenklimaat en het woongenot enorm. En als je betonbouw vervangt door houtbouw zet je flinke stappen in het het vermijden co2 uitstoot en zelfs het actief vastleggen van co2. Daarnaast zijn er volop mogelijkheden om gebruik te maken van gerecycleerde materialen om mee te bouwen en te isoleren.
5. Warmte en koude
Klimaatadaptatie gaat ook over koeling. Klimaat verandering zal er niet alleen voor zorgen dat onze steden natter worden, maar ook veel heter. Steeds hetere zomers zullen vooral in de bestaande woningvoorraad voor een acute koude-vraag kunnen zorgen. Ook hier wordt snel duidelijk dat het de focus op snel aardgas-vrij wonen beperkend is. In aardgasvrijplannen wordt namelijk niet serieus gekeken naar de optie voor Warmte-Koude-Opslag(WKO) in de bestaande woningen. WKO kan – in tegenstelling tot gewone stadswarmte – in de zomer ook voor verkoeling zorgen. Het zou heel bezwaarlijk zijn als duizenden huurders straks achter blijven in snikhete woningen, omdat we niet op tijd hebben gekeken naar duurzame opties voor verkoeling.
Enorm veel gemiste kansen dus. Het gaat hier namelijk maatregelen waar je pas echt schaal mee kan gaan maken zodra je een commitment hebt van de woningbouwcorporaties. We kunnen niet verwachten dat VVE’s, commerciele verhuurders en bouwers massaal deze opties uit eigen beweging gaan toepassen.
Afgeraffeld
Al lezende krijg je sterk het gevoel dat het hele pakket aan duurzaamheidsmaatregelen in de samenwerkingsafspraken een beetje is afgeraffeld. Het lijkt alsof dit college zo enthousiast was over de Warmtevisie en de Co2 routekaart dat het Woonakkoord een ondergeschoven kindje werd. Het akkoord is ook zo snel door de raad heen gedrukt dat er voor de oppositiepartijen amper gelegenheid was om nog met serieuze aanvullingen te komen.
Het hier en nu
Klimaat neutraal 2050 is een doelstelling waar we niet tegen zijn. Als het nog eerder kan is dat natuurlijk beter. Hoe dat er precies uit gaat zien weet niemand, en daar zit precies de valkuil; grote ambities en verre stippen op de horizon kunnen zorgen dat we blind worden voor datgene wat pal voor onze neus gebeurt. Er zijn genoeg dingen die we juist nu kunnen ondernemen, maar dan moet de Gemeente wel concrete eisen durven te stellen aan (sociale)verhuurders.
Of zoals Alexander Hammelburg (D66) het verwoorde: “Er zijn er in Amsterdam nog steeds huizen te vinden waar je vanuit je woonkamer voelt uit welke kant de wind waait. Dat is onacceptabel. Mensen in een sociale huurwoning verdienen een net zo duurzame woning als mensen met een dikkere portemonnee”
Het is voor dit college echt te vroeg om in juichstemming te schieten en net te doen alsof we een lichtend voorbeeld zijn voor de rest van de wereld. Daarvoor is het Amsterdamse beleid lang niet concreet genoeg. Er blijven te veel fantastische mogelijkheden onnodig op de plank liggen. Het goede nieuws? Het is niet te laat om aanvullende afspraken te maken, desnoods in een apart convenant. Maar dan moeten we het wel willen.