Opinie: Ook Amsterdam doet niet genoeg om klimaatverandering tegen te gaan

Door: Mischa Meerburg

De recent verschenen rapporten van het IPPC vertellen ons helaas weinig nieuws: We zijn (nog steeds) in rap tempo bezig het het ontwrichten van het klimaat en we brengen de leefbaarheid van de planeet in ernstig gevaar.  Er zit niets anders op zo snel mogelijk ons gebruik van fossiele brandstoffen drastisch terug te dringen. In Amsterdam gaat dat nog niet zo lekker, ondanks grote beloftes vanuit het stadscollege.

Een veel gehoord argument:  ‘alle inspanning die wij hier leveren is slechts een druppel op een gloeiende plaat’ Niet alleen is die manier van redeneren lui en laf, het is ook nog eens onjuist.  Donald Pols van Milieu Defensie merkte onlangs zeer terecht op dat Nederland helemaal geen klein land is, tenminste, waar gaat om klimaatverandering. We zijn een wereldspeler in olie, steenkool, bio-industrie, kapitaal en meer. Bovendien zijn het geïndustrialiseerde, hoogopgeleide landen die zullen moeten laten zien hoe een moderne koolstofarme economie er uit ziet. Niet alleen met woorden, maar juist met daden.

We zijn goed in het stellen van scherpe doelstellingen, maar afscheid nemen van fossiele brandstof betekent ook afscheid nemen van de politieke cultuur die daar bij hoort.  En daar wringt de spreekwoordelijke schoen.

Ronkende ambities, rokende schoorstenen
Amsterdam is geen uitzondering.  Ons stadscollege heeft  (op papier) grootste ambities om de stad klimaatneutraal te maken, maar tegelijkertijd heeft Amsterdam de op één na grootste kolenhaven van Europa en zijn we een belangrijke opslagplaats voor benzine(aardolie).  Het besluit om per 2030 te stoppen met de overslag van steenkool  is een moedige stap geweest, echter aardolie en LNG overslag  mogen volgens de Amsterdam havenvisie gewoon doorgaan tot 2050!  Tegelijkertijd wilt de gemeente dat in 2040 alle woningen aardgasvrij zijn. Dat is een scheve situatie.

Gewone burgers krijgen zo snel het gevoel dat de zwaartepunt van de transitie op hun schouders terecht komt, terwijl de grote vervuilers ontzien worden.

En dan is er nog het Afval Energiebedrijf. Er zijn nog steeds geen concrete plannen om het grootste CO2-kanon van Amsterdam, de afvalverbrander van het AEB, te sluiten. Zelfs als dat betekent dat we straks (tot aan 2050) grote hoeveelheden afval moeten importeren uit het buitenland om hier te verbranden. Het wordt voor de gemeente dan lastig om mensen te motiveren hun hier lokaal hun afval te te scheidden. Een klassiek staaltje zelfondermijning die een uitdagende transitie alleen nog ingewikkelder maakt.

Bovendien, het AEB wordt in de verkoop gezet. Dat betekent  dat het toepassen van CO2-afvang (CCS)  een beslissing wordt  van de nieuwe eigenaar. De gemeente verliest daarmee de zeggenschap over de grootste CO2 uitstoter op Amsterdams grondgebied.  Dat geldt trouwens ook voor de gloednieuwe biomassacentrale, die per opgewekte kWh meer co2 uitstoot dan de (inmiddels gesloten) kolencentrale aan de Hemweg. Ironisch genoeg is deze centrale pal naast de oude kolencentrale gebouwd. Zo wisselen we letterlijk de ene vervuilende schoorsteen in voor de andere.

Explosieve groei

We merken bovendien dat de vele klimaatvriendelijke ambities fundamenteel botsten met een zeer ernstige hardnekkige opvatting:   Het creëren economische groei moet gewoon ongebreideld kunnen door gaan. Zo besloot de Amsterdam Economic Board dat er in 2025 maar liefst 2000 extra databedrijven zich op Amsterdams grondgebied moeten vestigen.
Hoewel het woord ‘duurzaam’ vaak genoeg wordt genoemd in de beleidsplannen, is er weinig duurzaam aan het faciliteren van de internationale ICT sector.

De geplande groei van de databedrijven zorgt  voor een verdubbeling van het aantal datacenters in de stad.  Datacenters verbruiken nu al meer elektriciteit dan alle Amsterdamse huishoudens bij elkaar. Een verdubbeling zou betekenen dat onze stad onmogelijk haar klimaatdoelen kan halen. Dat zeg ik niet, dat is de conclusie van CE Delft.
Tot overmaat van ramp vormen datacenters ook nog eens gevaar voor onze schone drinkwater voorziening en zorgen ze voor congestie op het elektriciteitsnetwerk.

De  Amsterdam Economic Board is een samenwerking tussen onze eigen gemeente, Dutch Royal Shell, Schiphol, ING, KPN en Ahold  Dat zijn niet bepaald bedrijven die belang hebben bij een radicaal andere economische koers. Dit zijn bedrijven die willen groeien, nieuwe businessmodellen ontwikkelen en bovenal het accumuleren van winst boven alles stellen.

Dit verklaart waarschijnlijk ook de weinig ambitieuze koers wat betreft het uitfaseren van aardolie en LNG in de Haven. Echt transparant is het ook niet. Er zijn geen openbare verslagen van wat fossiele bedrijven en multinationals onze gemeente adviseren, en hoe dit invloed heeft op het beleid.

Er kan veel meer, en moet veel meer. 
Dit college heeft wel het historische besluit genomen om geen fossiele reclame meer toe te staan in metrostations, zoals olieproducten en goedkope vliegreizen. Een mooie stap, maar met symbolische maatregelen gaan we het helaas niet redden.

Als we klimaatverandering echt serieus nemen dan stoppen we met het maken van uitzonderingen voor bepaalde sectoren.  Dan pakken we de grootste vervuilers ook het hardste aan.

Dat betekent: het einde van waterige polder akkoorden en vrijblijvende afspraken met vervuilende bedrijven.  Dat betekent ook: afspraken maken en boetes uitdelen zodra deze afspraken niet kunnen worden nagekomen. Het past dan ook niet dat platforms zoals de Amsterdam Economic board – die dus vol zit met grootverbruikers en-vervuilers  – onze stad mogen adviseren over hoe we economische groei moeten bereiken.  Het is de kalkoen die mag meebeslissen over wat er met de kerst op tafel staat.  Breken met de fossiele jongens is wellicht  een stuk minder gezellig, maar wel een stuk effectiever.

Zoiets vergroot bovendien het draagvlak voor klimaatmaatregelen onder gewone Amsterdammers. Daadkracht vanuit de overheid is altijd meer inspirerend dan eindeloze participatietrajecten en geknutselde variaties op het burgerpanel zoals die nu wordt voorgesteld door het college. Minder lullen, meer en poetsen dus.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *